Een fijn leven in het Bloemenkwartier
Manu is negen jaar oud en woont samen met zijn moeder en zusje Luna in het Bloemenkwartier in Hilversum-Zuid. De eerste drie jaar van zijn leven woonde hij in Hilversum-Noord. “Ik woonde toen in een flat dichtbij het treinstation en bij Spandersbosch, waar ik later ging hockeyen. Uiteindelijk kwam ik hier terecht met mijn moeder en Luna, waar ik nu een fijn leven leid.”
Vrienden en een hechte buurt
Manu voelt zich op zijn plek in de wijk. “Ik vind het een leuke buurt omdat twee vrienden best wel dichtbij wonen, mijn school is om de hoek en we hebben leuke buren, al is er helaas één overleden.” Voor Manu is de combinatie van vriendschappen, nabijheid van school en het contact in de straat belangrijk.
Kijken naar de huizen
Op school werkte Manu de afgelopen maanden aan de ‘huizenbouw-periode’. Daardoor leerde hij op een andere manier naar gebouwen kijken – ook naar de woningen in zijn eigen straat. “Het viel me op hoe de bakstenen staan, met dikke witte voegen ertussen, de groene deuren, oranje dakpannen en ramen met witte omlijsting.”
Hij wijst zelfs op een detail dat hem bijzonder opvalt: sommige huizen hebben onder de ramen op de eerste verdieping een groene houten rand. “Ik vind de huizen in onze straat mooi.”
Als ode aan zijn eigen huis maakte Manu zelfs een kort versje:
Het huis, het huis, het Verschuylhuis
het huis dat niet gesloopt mag worden
het huis dat Verschuyl heeft gemaakt
het huis waarin ik woon.
Op stap in de wijk
Manu komt graag op de Gijsbrecht van Amstelstraat. Bijna dagelijks loopt of fietst hij erheen. “Er zijn zoveel winkels. Vroeger was er ook nog een Intertoys, waar ik voor het eerst alleen naartoe ging om een pakje Pokémon-kaarten te kopen.”
Ook de Fabritiusschool, waar één van zijn vrienden op zit, vindt Manu mooi. Hij fietst er elke dag langs. “Ik vind het moeilijk om te zeggen wat ik er precies mooi aan vind, maar volgens mij zijn het de vormen en de kleuren die me aanspreken.”
Dromen voor de buurt
Als Manu iets in zijn buurt zou mogen veranderen, zou hij er een museum stichten. “Een museum van botten van dieren, dat lijkt me interessant. Dan is het lekker dichtbij voor mij en ook voor de buurtbewoners.”
Zijn interesse in natuur en dieren komt ook naar voren in een ander initiatief. Een tijdje geleden maakte hij zelf flyers om buren aan te moedigen hun tuinen groener te maken. “Soms worden de tuinen in de buurt een rommeltje, en dat is niet goed voor de natuur.” Hij hoopt dat de wijk steeds groener blijft worden en fantaseert zelfs over een groter evenement: “Misschien dat er ooit iemand een Groen Festival organiseert in Hilversum.”