What’s in a name?
Leuk om te weten
Landgoed, buitenplaats, villa of herenhuis?
Het Gooi is rijk aan landgoederen, buitenplaatsen, villa’s en herenhuizen. Maar wat is eigenlijk de juiste benaming voor een (overwegend) groot huis? Hieronder vind je de definities van de benamingen. De termen worden echter steeds meer door elkaar gebruikt.
Landgoederen
Landgoederen, die in de omgeving van Hilversum vanaf de zeventiende eeuw werden aangelegd, zijn eigendommen die in beginsel dienden als exploitatieterreinen. Er werd productiebos op geplant of er werd zand afgegraven. De eigenaar kwam er om te jagen met kennissen. Op het land werd voedsel verbouwd. personeel woonde in een of enkele boerderijen of arbeiderswoningen. Zij kwamen uit de omgeving en wisten hoe het land het beste kon worden bewerkt. Een landgoed was een inkomstenbron voor de eigenaar, die af en toe langs kwam vanuit de grote stad en dan verbleef in de luxe kamer in de boerderij. Op landgoed Zonnestraal werd een productiebos geplant. Op de Hoorneboeg en Einde Gooi staan nog oude boerderijen.
Buitenplaatsen
Buitenplaatsen werden op de landgoederen of op een apart perceel gesticht. Een buitenplaats werd vaker bezocht en vaak gedurende de zomermaanden bewoond door de eigenaar die ook gasten uitnodigde. De luxe monumentale woning (villa) werd omgeven door aangelegde architectonische en landschappelijke siertuinen. Koetsierswoningen en stallen werden toegevoegd. We kennen ze met name uit de negentiende eeuw. Een van de buitenplaatsen was Quatre Bras aan de ‘s-Gravelandseweg. De beide tuinmanswoningen aan de Beethovenlaan en de Mozartlaan, en de koetsierswoning met stal aan de ‘s-Gravelandseweg staan er nog.
Villa of Landhuis
Het verschil tussen een villa en een landhuis is niet gemakkelijk te maken. Een villa of landhuis is in ieder geval een vrijstaande woning. In de achttiende en negentiende eeuw werd meestal de naam landhuis gebruikt voor grote buitenverblijven in een landschappelijke omgeving. Aan het eind van de negentiende eeuw kwam hiervoor ook de benaming villa in zwang. Ze staan beeldbepalend op de weg georiënteerd en bieden plaats aan personeel. In beginsel werden ze als zomerverblijf gebruikt. Door middel van houtwerk en (open) serres zoeken ze contact met de omgeving. Een villa kan ook een kleiner formaat hebben.
In de loop van de eerste helft van de twintigste eeuw werden villa’s en landhuizen gebouwd voor permanente bewoning. Vanaf die periode duidt term landhuis in het algemeen de vrijstaande huizen aan die zich door hun vorm voegen in het landschap. De huizen in de stijl van de Amsterdamse School met de rond gemetselde vormen in baksteen, de toepassing van hout en riet worden landhuis genoemd. De Gooise landhuisstijl levert landhuizen op met golvende dakvormen. Landhuis De Kameel is een mooi voorbeeld. W. Hamdorff en Th. Rueter zijn bekende ontwerpers. Ook landhuizen kunnen kleiner van omvang zijn.
Herenhuis
Een herenhuis (of stadsvilla) is een kleinere villa die in een dichter bebouwd gebied staat. Aan het einde van de negentiende- en het begin van de twintigste eeuw werd het voor meer mensen mogelijk om een vrijstaand voornaam huis te bezitten in een mooie omgeving buiten de stad.
Auteur
Annette Koenders
Annette Koenders is senior beleidsadviseur cultureel erfgoed bij de gemeente Hilversum. Zij is auteur van boeken en publicaties op het gebied van monumenten.