HILVERSUM
Grote kerk
Oudste gebouw van Hilversum
De toren van de Grote Kerk op de Kerkbrink is het oudste gebouw van Hilversum. Op de plaats van de kerk stond al in de dertiende eeuw een kapel. In 1416 werd die door de bisschop van Utrecht, Frederik van Blankenheim, verheven tot een parochiekerk. Hilversum werd daardoor een zelfstandige parochie, los van Laren. Rond de kerk was een kerkhof ingericht. In 1481 bouwden de parochianen de huidige toren bij de kerk. Helaas weten we niet hoe de kapel en de latere dorpskerk eruit zagen. De vroegst bekende tekeningen van de kerk dateren uit de eerste helft van de achttiende eeuw.
Reformatie
De Reformatie had grote gevolgen voor de Hilversumse gelovigen. Nadat Amsterdam in 1578 overging tot het protestantse geloof (de zgn. Alteratie), verboden de Staten van Holland de rooms-katholieke eredienst. De kerk kwam in handen van de gereformeerden, hoewel die slechts een kleine minderheid van de dorpsbevolking uitmaakten.
Rampspoed
Het kerkgebouw had veel te verduren. In 1629 staken de troepen van de Oostenrijkse veldheer Montecuccoli de kerk in brand. Ze probeerden stadhouder Frederik Hendrik tevergeefs weg te lokken van de belegering van ’s-Hertogenbosch. In 1725 en in 1766 verwoestten felle branden grote delen van Hilversum. Ook de dorpskerk ging in vlammen op. Zware balken en stukken muur vielen naar beneden en sloegen gaten in de graven op het kerkhof. Alleen het tuinhuis van de oude pastorie, dat nog steeds naast de kerk staat, overleefde de vuurzee. Maar mede dankzij een landelijke inzamelingsactie was de kerk twee jaar later weer opgebouwd. Helaas gebeurde dat zo slordig, dat de koster de klokken veertig jaar later al niet meer durfde te luiden. Hij was bang dat de toren dan zou instorten. Ten einde raad verzamelde het dorpsbestuur alle mannelijke Hilversummers op de Kerkbrink om te stemmen of de toren dan maar moest worden afgebroken. Wie zijn hoed afzette was voor afbraak. Gelukkig hield iedereen zijn hoed op, zodat de toren bleef staan.
Uitbreiding
Aan het eind van de negentiende eeuw was de Hilversumse bevolking zo toegenomen, dat de oude dorpskerk te klein werd. Op de toren na, die eigendom was van de gemeentelijke overheid, werd bijna de hele kerk afgebroken. Architect J. Wolbers uit Haarlem ontwierp het nieuwe gebouw in neorenaissancestijl, dat in 1891 in gebruik werd genomen. Het bood plaats aan meer dan duizend Nederlands-hervormde gelovigen.
Brand en herbouw
Op de vrijdagmiddag voor Sinterklaas in 1971 brandde de kerk opnieuw bijna helemaal af. Twee loodgieters die de dakgoten aan het repareren waren, waren wat onvoorzichtig geweest. Het nieuws van de brand ging als een lopend vuurtje door het dorp. Algauw stroomde de Kerkbrink vol, eerst met Hilversummers die Sinterklaasinkomen deden, maar al gauw met andere nieuwsgierigen die afkwamen op het geloei van de brandweersirenes. Toen de brandende torenspits naar beneden stortte, ging er een gejuich op onder de menigte. Er heerste diepe verdeeldheid over de vraag of de kerk herbouwd moest worden. Het scheelde niet veel of op die plek was een ‘multifunctioneel centrum’ verrezen. Maar dankzij de inzet van de dominee en de wijkgemeente kwam er voldoende geld op tafel op de herbouw van de kerk ter hand te nemen. Architect Teus van Hoogevest uit Amersfoort kreeg opdracht voor het maken van het restauratieplan. In december 1977 kon de herstelde Grote Kerk weer in gebruik worden genomen.
De kerk nu
Vijftig jaar na de brand is de Grote Kerk niet weg te denken uit het centrum. De kerk behoort tot de wijkgemeente Centrum van de Protestantse gemeente te Hilversum (PgH), een onderdeel van de Protestantse Kerk Nederland (PKN). De predikanten behoren tot de Gereformeerde Bond, de orthodoxe vleugel van de PKN. De wijkgemeente is trots op haar kerk die staat op de plek waar in 1416 de Hilversumse parochie ontstond. De muzikale uitvoeringen die onder het motto Cantate op de Brink regelmatig in de kerk worden gehouden, zijn populair bij een groot publiek.
Gemeentelijk Monument
Pieter Hoogenraad
Pieter Hoogenraad is historicus. Hij schreef verschillende boeken en artikelen over de geschiedenis van Hilversum. Daarover verzorgt hij tevens lezingen en excursies. Wegens zijn verdienste voor de Hilversumse samenleving werd hij in 2019 ingeschreven in het Gulden Boek van de gemeente.
