HILVERSUM

Stadstuin de Hof

Begraafplaats Gedenkt te Sterven

Dansen op het graf

Misschien wel de oudste begraafplaats van Nederland. Zeker de oudste van Hilversum. Verscholen onder statige beukenbomen, tegenover de toren van de Grote Kerk ligt een oase van rust. Hier rusten Albertus Perk en de families Six en Blijdenstein. Kun je schuilen voor de hitte en de drukte. Of meegenomen worden in een theatervoorstelling, zomeravondconcert of poëzievoordracht.

Platte steen

Karel de Grote verbood in de vroege Middeleeuwen, op straffe van de dood, crematie. Vanaf toen begroeven we onze overleden medeburgers in en rond de kerk. Daar komt de uitdrukking ‘rijke stinkerds’ vandaan. Midden 18de eeuw veroverde de ‘Verlichting’ Europa. De ratio verdrong het ‘woord van God’. Wij mensen dragen verantwoordelijkheid voor ons welzijn, hygiëne, ziekte en dood.

In Hilversum werd aan het dorpsbestuur en de kerkmeesters van de hervormde gemeente octrooi verleend tot ‘inrichting van een begraafplaats buiten de bebouwde kom. ‘Gedenkt te Sterven’ werd op 1 januari 1793 geopend. In de beginperiode kopieerde men de zerkenvloer uit de kerk want men wist niet beter. Putten in de grond met platte stenen als deksel dus. Een halve eeuw later, in de tijd van de Romantiek kwamen de ornamenten die we nu nog kennen. Maar er zijn nog steeds 143 zerken van oorspronkelijke ‘bewoners’ te vinden, onder die oude beuken. Lang leve het eeuwigdurend grafrecht.

Parkeerplaats

Gerrit Abraham Cramer werd begraven op 25 juni 1941. Hij was de laatste. Hilversum had sinds 1890 aan de Bosdrift een mooie nieuwe begraafplaats. Dus kon die oude overbevolkte in het centrum worden opgeheven en geruimd. Toch? Dankzij het eeuwigdurend grafrecht was sluiting toen nog uit den boze en bovendien vonden er nog steeds zo’n twintig begrafenissen per jaar plaats. Toch ging in 1943 ‘Gedenkt te Sterven’ officieel dicht maar werd er niet geruimd. De wet ‘Grafrust’ schrijft voor dat er tien jaren dienen te verstrijken voordat graven geruimd mogen worden.

In het na-oorlogse Hilversum gold, zoals overal in het land het credo ‘Bouwen’. Maar, wederom verhinderde het eeuwigdurend grafrecht dat. Maar wat dan? Parkeerplaatsen! Maar dit plan strandde op een nieuw maatschappelijk fenomeen: het burgerinitiatief. De waarde van deze unieke plek werd inmiddels erkend. Ruim tien jaar later redde een nieuw plan de oase onder de beukenbomen: een stadstuin; een park.

Park eer

De hekken gingen open, de omwonenden kwamen binnen, met hun hond. Daarna kwamen ‘de jeugd’, zwervers, geiten, drugsverslaafden en de natuur deed de rest. Een verpauperd stukje Hilversum in het centrum van het dorp als resultaat. Rond 1990 veranderde dat klimaat. Samen met de stichting Hilversum, Pas Op! kwam de gemeente in beweging en presenteerde trots het plan om de ‘oase’ te restaureren en te behouden voor de toekomst. ‘Gedenkt te Sterven’ werd gemeentelijk monument op 24 januari 1995. ‘Hilversum, Pas Op’ en de Gemeente trekken samen op waarmee ‘Gedenkt te Sterven’ een nieuw leven krijgt. In 1996 wordt stichting De Hof opgericht als beheerder en behoeder van de begraafplaats en krijgt deze voor vijftig jaar in erfpacht. Veel graven zijn nu geruimd, maar er liggen nog 142 grafstenen. De website stichtingdehof.nl vertelt meer over het gemeentelijk monument, over de graven, de geschiedenis en de stadstuin van nu met onder andere vier WOII- monumenten.

Dansen

Het parkje heet nu Stadstuin De Hof en wordt liefdevol verzorgd. Christmas Carols, zomeravondconcerten, theatervoorstellingen, poëzievoordrachten worden in de zomer georganiseerd. Maar de stadstuin is toch vooral een rustpunt in het woelige hart van Hilversum en in de tijd.

  • Bouwjaar 1792
  • Opdrachtgever Dorpsbestuur en kerkgemeente

Rijksmonument
Gemeentelijk Monument

Meer informatie is te vinden in een artikel van over de begraafplaats Gedenkt te Sterven van Historische kring Albertus Perk.

For privacy reasons Google Maps needs your permission to be loaded.

Foto’s

Verhalen

Herdenkingsstenen

Aan de muur van de begraafplaats een herdenkingssteen met namen van in WO II omgekomen leerlingen en oud-leerlingen van het Nieuwe Lyceum.
Oorspronkelijk locatie van de herdenkingsstenen was in het Nieuwe Lyceum (Geraniumschool). Na opheffing van het Nieuwe Lyceum zijn ze in 1995 op de begraafplaats terechtgekomen.

Op een van de zuilen is een meisjeshoofdje te zien. Naar verluidt is dit aangetroffen in het puin, dat vanuit het in mei 1940 platgebombardeerde Rotterdam naar Hilversum is vervoerd voor de vulling van een van de tanks van de waterzuivering. Het beeldje werd ingemetsteld in de wand van deze tank. In de jaren ’70 van de vorige eeuw is deze tank gesloopt. Het beeldje is uiteindelijk in 1998 op de begraafplaats ingemetseld.

Ook is een herdenkingssteen uit kamp Mauthausen te vinden. Deze steen is meegenomen door Bill Minco bij zijn terugkeer uit het kamp Mauthausen.
Bill moest als krijgsgevangene werken in de steengroeve.

Albertus Perk

De beeltenis van Albertus Perk siert een van de zuilen.
Het beeldje is gemaakt door Pépé Grégoire.