HILVERSUM
Museum Hilversum
Wie het over het raadhuis in Hilversum heeft, bedoelt waarschijnlijk het imposante gebouw van Willem Dudok. Maar dit iconische bouwwerk heeft een voorganger die er ook zeker mag zijn. Het wordt in de volksmond ook wel het Oude Raadhuis genoemd en tegenwoordig is Museum Hilversum er gevestigd. Dit gebouw werd meerdere malen verbouwd, en dreigde zelfs meermaals gesloopt te worden. Maar vandaag de dag staat het er mooier bij dan ooit.
Grote brand
Voor het beslechten van een conflict gingen Hilversummers vroeger naar het Regthuys. Midden in het centrum, op de plek van het huidige Museum Hilversum, stond zo’n Regthuys, waar besluiten werden genomen. In 1766 woedde er een grote brand. Ook het Regthuys ging in vlammen op. Maar recht moest gesproken blijven worden, en daarom werd er in 1768 op dezelfde plek een nieuw Regthuys gebouwd.
Van Regthuys naar Raadhuis
In de negentiende eeuw groeide de Hilversumse bevolking flink. Het dorpsbestuur kreeg behalve rechtspreken nog veel meer taken op het bord. Het Regthuys moest daarom worden uitgebreid. Een representatief raadhuis, dát moest het worden. Het liefst had het gemeentebestuur dat de boel helemaal gesloopt werd, maar dat bleek te duur. Johannes Rietbergen, de gemeente-architect, maakte daarom een plan voor een ingrijpende verbouwing. De muren en onderverdieping van het Regthuys bleven staan, de rest van het gebouw werd compleet verbouwd.
Burgertrots en zelfbewustzijn
Het raadhuis, zoals het nu werd genoemd, werd in 1880 en 1881 opgetrokken in de neorenaissancestijl. Daarmee werd aangesloten op hoe stadhuizen in de zeventiende eeuw eruitzagen: een periode die stond voor burgertrots en zelfbewustzijn. Typerend voor deze stijl is dat er veel frontons, kroonlijsten en pilasters werden gebruikt en dat de gevel werd opgebouwd uit gepleisterde onderbouw. Ook werd en rode baksteen gebruikt. Bezoekers konden het Raadhuis vanaf nu betreden via een monumentale trap, waarna ze uitkwamen op het bordes en het pand konden binnenstappen. Boven de deur, op de beletage, werd het wapen van Hilversum aangebracht: vier goudkleurige boekweitkorrels op een blauw schild.
Huren voor een gulden
Hilversum bleef maar verder groeien en het raadhuis werd weer te klein. Al in 1913 werd nagedacht over een nieuw onderkomen. Willem Dudok kreeg in 1915 als kersverse directeur Publieke Werken de opdracht om een nieuw gebouw te ontwerpen. Op 7 juli 1931 werd voor het laatst een raadsvergadering gehouden op de Brink. Daarna verhuisde de gemeente naar het Nieuwe Raadhuis.
Gelukkig kreeg het Oude Raadhuis een nieuwe, passende functie. In 1934 betrok het Museum voor Gooi en Omstreken (later: het Goois Museum) het gebouw. Ze huurden het van de gemeente voor het symbolische bedrag van 1 gulden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog keerde het gemeentebestuur tijdelijk terug naar de Kerkbrink. De Duitsers hadden het Dudok-raadhuis in gebruik genomen. Na de oorlog waren er korte tijd Canadese soldaten in het Oude Raadhuis. Later konden Hilversummers er weer terecht voor tentoonstellingen over de lokale geschiedenis. Ook was er kantoorruimte beschikbaar. Zo was het Gooisch Natuurreservaat er tot 1957 gehuisvest.
Informeren over herstructureren
Inmiddels waren er plannen ontstaan om het Oude Raadhuis te slopen. Daarom kreeg het museum in 1969 toestemming om een ruimte aan de Vaartweg te huren. De geplande sloop hing samen met herstructuringsplannen voor het centrum. En daar moesten de inwoners over worden geïnformeerd. Inmiddels stond het Oude Raadhuis leeg en werd hier een tentoonstelling ingericht. Ook werd er een gemeentelijk Informatiecentrum gevestigd. Verder huurden andere organisaties een kantoorruimte, waaronder de Federatieve Vrouwenraad, de Architectenwinkel en de Volksuniversiteit.
Renoveren in plaats van slopen
Al in 1972 was het Oude Raadhuis van de slooplijst afgehaald, maar geldt voor renovatie kwam er niet. In de herfst van 1984 besloot het college om het Goois Museum weer in het Oude Raadhuis onder te brengen. Het duurde nog drie jaar voordat de gemeenteraad akkoord ging met de plannen voor renovatie en het aanbrengen van moderne voorzieningen en de verbouwing van start kon gaan.
Behalve de broodnodige modernisering werden ook oude plafondschilderingen weer in ere hersteld. Aan het eind van de negentiende eeuw waren er plafondschilderingen aangebracht in de raadzaal, die symbool stonden voor goed bestuur en een welvarend Hilversum. Deze schilderingen hadden lange tijd in het depot van het Goois Museum gelegen, maar keerden nu weer terug naar hun oorspronkelijke plek. Maar het middendeel van de schilderingen ontbrak. Restauratie-architect P.D. van Vliet besloot daarom op die plek een ster te plaatsen, waarbij de punten verwijzen naar de omliggende gemeenten.
In 1988 keerde het Goois Museum na bijna twintig jaar weer terug naar zijn oude stek.
Als een aanhangwagen
Aan het begin van deze eeuw was het nogmaals tijd voor een verbouwing. Het Goois Museum had extra expositieruimte nodig. Het Oude Raadhuis heeft namelijk veel ramen en gesloten hoeken, wat voor tentoonstellingen niet ideaal is. In 2005 werd een uitbouw gerealiseerd met drie ronde zalen, waarbij er door de blinde muren en glasstroken op de hoeken veel wandruimte beschikbaar is.
De nieuwbouw sluit aan op het bestaande Oude Raadhuis, omdat er voor dezelfde materialen en kleuren gekozen werd. De nieuwe vleugel hangt ‘als een aanhangwagen’ aan het oude gebouw, aldus architect Hans Ruijssenaars. De koppeling kwam tot stand door een glazen ‘voeg’.
Tentoonstellingen en trouwen
In 2005 ging het Goois Museum op in Museum Hilversum. Vandaag de dag kun je er niet alleen terecht voor tentoonstellingen over de Gooise cultuurgeschiedenis, maar ook voor hedendaagse kunst, architectuur en natuur. En wie in het huwelijksbootje wil stappen, kan eveneens in het Oude Raadhuis terecht.
Rijksmonument sinds 2002



Foto’s
Verhalen
Welkom, Sinterklaas!
Elk jaar komt Sinterklaas in Nederland aan en natuurlijk brengt hij dan ook een bezoek aan Hilversum. Tegenwoordig heeft de Sint zijn slaapkamer in het Oude Raadhuis. Ook vroeger was het gebouw al belangrijk voor de Goedheiligman. Zo is op onderstaande foto’s te zien hoe Sint Nicolaas in de jaren 1959 en 1960 op het bordes van het Oude Raadhuis hartelijk welkom werd geheten. In 1959 waren daarbij zelfs drie lama’s van de partij. Een jaar later waren het drie ezels die de Sint mede-verwelkomden.

Heitje voor een karweitje
“Heeft u ook een heitje voor een karweitje?” Dat was een vraag die scoutinggroepen door heel Nederland in de vorige eeuw stelden. Tijdens de paasvakantie gingen ze op pad om de clubkas te spekken. In april 1954 was er het karweitje, of zeg maar gerust karwei, om het Oude Raadhuis spic en span te maken. Behalve hardwerkende padvinders en padvindsters trok dit ook veel bekijks van plaatsgenoten. Na afloop van de boensessie reikte Joost Boot, de langstzittende burgemeester van Hilversum in de vorige eeuw, de beloning uit voor het harde werken.

De kern van de zaak
In 1969 kreeg het Goois Museum toestemming om te verhuizen naar de Vaartweg, omdat er sprake van was dat het Oude Raadhuis gesloopt zou worden. Voor het zover was, werd op 7 november 1969 nog een nieuwe tentoonstelling geopend: ‘De kern van de zaak’.

Hilversum 500 jaar
In 1924 bestond Hilversum 500 jaar: tijd voor feest! Niemand minder dan koningin Wilhelmina en koningin Juliana reisden daarom op maandag 11 augustus af naar de jarige gemeente. De plechtigheden vonden plaats in het Raadhuis. De raadzaal was versierd met asters, gladiolen en dahlia’s en ‘een keur van Perzische tapijten [hadden] de vrij kille en onaanzienlijke zaal omgetoverd in een warmtonig en stemmig milieu’, noteerde De Gooi- en Eemlander
Zo ging 11 augustus 1924 de geschiedenisboeken in als ‘de blijde dag waarop voor het eerst een regeerend Vorst uit het Huis van Oranje een officieel bezoek aan deze gemeente bracht’, aldus een trotse burgemeester Reymer.
